© Proshots

Ajax gaat op 24 mei naar Solna. Onder de rook van Stockholm strijdt Ajax voor de felbegeerde Europa League-trofee. De Amsterdammers gingen gisteren ternauwernood door naar de finale, nadat het met 3-1 verloor in Lyon.

Dávinson Sánchez speelde net voordat hij naar Ajax kwam nog een finale in een groot toernooi bij zijn oude club Atlético Nacional. Daarmee is hij met zijn 20 jaar op dat vlak al meer ervaren dan menig ploeggenoot. “Dat is uniek ja, hopelijk kan ik deze ook winnen.” Vertelt hij op de officiële website van de club.

De supporters in het stadion, maar ook zeker in Nederland ervaarden een zenuwslopend avondje Europa League, zo weet ook de Colombiaanse verdediger: “Nee op het veld was dat anders, wij voelden dat we nog konden. Als team moet je rustig blijven en met een goed antwoord komen. Dat hebben we gedaan.”

“De eerste helft hebben we gedomineerd. Al was het erg jammer van die tegendoelpunten. Ik weet niet precies wat er gebeurde bij die tegengoals. Uiteindelijk hebben we genoeg kansen gehad om er nog één te maken. Dat doen we dan niet, maar uiteindelijk hebben we ons doel bereikt. Dit is een schitterende prestatie.” Vervolgt hij.

Bij Sánchez maakt de euforie al snel plaats voor de realiteit: “Ik wil van het moment genieten en dat doe ik ook, maar we moeten ook denken aan wat nog komen gaat. We hebben zondag ook nog een hele belangrijke wedstrijd, één die we écht moeten winnen. Het is belangrijk dat we nu goed voor ons lichaam zorgen. En dan wacht ons de finale van de Europa League. We zullen daar 90 of 120 minuten alles moeten geven om te winnen. Dat is wel ons doel.”