Lasse Schöne en Kasper Dolberg werden na een teleurstellend seizoen bij Ajax alsnog geselecteerd voor het WK. Beiden hebben hun minuten al gemaakt voor Denemarken en het avontuur in Rusland is nog niet voorbij. Elf Voetbal sprak voor het WK met de twee Denen en daar kwamen een paar leuke uitspraken uit.
Schöne en Dolberg hebben ondanks hun verschillende karakters toch een warme band met elkaar. “Het is volstrekt logisch dat je als landgenoten automatisch meer met elkaar optrekt. Vorig seizoen meer dan afgelopen seizoen. Tijdens de Europa League lagen we bijvoorbeeld bij elkaar op de kamer, hebben we veel met elkaar gepraat.”
Ajax-spits Dolberg heeft veel profijt gehad van het feit dat er met Lasse Schöne nog een Deen is die rondloopt bij Ajax. “Voor mij was het supergoed dat Lasse er was. Ik kon met al mijn vragen bij hem terecht. Ook als ik ergens mee zat kon ik met hem praten. Maar sinds Rasmus Kristensen bij Ajax is gekomen, trek ik meer met hem op.” Schöne: “Logisch ook. Ik heb een vrouw, twee kinderen, woon verder weg ook. Ik heb een ander leven dan die twee gasten. Het is prettig dat ze elkaar hebben, hoeven ze niet alleen te eten. Kunnen ze lekker samen koken.”
Schöne reageert: “Da’s waar ook, Kasper en Rasmus koken niet.” “De laatste keer koken Rasmus en ik veel meer hoor”, antwoord Dolberg. “Ik had tot een paar weken geleden inderdaad nog nooit gekookt. Maar de laatste tijd hebben we het een paar keer geprobeerd. Pasta en kip. Met ketchup. Best prima eigenlijk. We hadden van alle kanten het verwijt gekregen dat we alleen maar eten bestelden of buiten de deur gingen eten. Mijn moeder zei: ‘Kijk eens in die kookboeken die ik voor je gekocht heb’.” “Dat take away-food is wel een stuk gezonder geworden. Toen ik net in Nederland was, kon je alleen pizza’s en Chinees bestellen”, grapt Schöne.
Overigens wil de inmiddels 32-jarige Lasse Schöne niet dat men hem ziet als een vaderfiguur. “Nee, alsjeblieft niet! Ik heb thuis al twee kinderen. Weet je wat het is: als je een jonge ploeg hebt waarin een paar oudjes rondlopen, dan vallen zulke termen te pas en te onpas. Ik heb het te vaak gelezen. Vaderfiguur, mentor… Het klinkt niet alleen lullig, het is nog overdreven ook. Je helpt elkaar waar nodig, in en buiten het veld. Soms ook omgekeerd.” Over dat helpen weet Dolberg alles van. Hij is pas één keer bij Schöne thuis geweest. “Dacht aan een ontspannen middagje. Maar wat bleek: ik moest helpen tillen.” Schöne: “Een tafelplaat, kon ik niet in mijn eentje.” Dolberg: “Nee, geen mens. Dat ding woog vijfhonderd kilo! Bleek Lasse negen gasten te hebben geregeld om te sjouwen. Negen man!” Schöne: “Kon je eindelijk eens iets terugdoen voor mij.”