Kaj Sierhuis is volledig fit na een knieblessure. Vrijdagavond keert de spits weer terug in de selectie van Jong Ajax. Tegen Helmond Sport hoopt de aanvaller zijn eerste minuten te maken van dit seizoen. “Het was een zwaar proces, omdat je er grotendeels alleen voor staat”, zo begint Sierhuis zijn interview op de officiële website van Ajax. Het begon met een vervelende knieblessure: “Ik overstrekte me tijdens de wedstrijd tegen Feyenoord. Er bleek een scheurtje te zitten in mijn buitenmeniscus. Bovendien bleef mijn knie heel dik, dat was het grootste probleem. De pijn werd minder, maar bij elke inspanning werd hij weer dik. Gelukkig ziet mijn knie er nu beter uit.”
De 19-jarige spits had het regelmatig moeilijk en voelde hij zich eenzaam in zijn strijd tegen zijn knieblessure. Tijdens zijn revalidatieproces won Ajax O19 de landstitel en de beker. “Je voelt je toch minder verbonden met het team. Ik speelde net voor mijn blessure ook regelmatig met Jong Ajax mee, wat ook een bepaalde afstand creëert. Ik kreeg vaker een basisplaats en scoorde mijn doelpunten, dus de timing was vervelend. Dat is het harde van de voetbalwereld.”
Hij besloot zich volledig te focussen op zijn herstel, dit was echter niet altijd makkelijk: “Vooral mentaal is het zwaar, omdat je er toch alleen voor staat. Iedereen gaat verder, ik ben geblesseerd. Maar ik was vastbesloten om zo snel mogelijk weer terug te komen.” Gelukkig voor Sierhuis had hij wat afleiding tijdens zijn revalidatie, zo studeerde hij bedrijfskunde en economie: “Ik studeerde bedrijfskunde en economie, ik moest mijn propedeuse halen en dat zorgde voor de enige afleiding. Ik was wel bij de wedstrijden en zat wel in de kleedkamer, maar toch was het anders. De jongens zitten in een heel ander proces. Zij focussen zich op het spelen van de wedstrijden, ik op revalideren.”
Als grote droom heeft het talent dat hij zijn debuut in het eerste van Ajax mag maken. “Dromen mag altijd, ik hoop dit jaar mijn debuut bij Ajax 1 te maken. Die droom heb ik al jaren, maar het wordt steeds realistischer. Ik heb vertrouwen dat het goed zal komen. Natuurlijk blijft de angst voor blessures, maar ik zal er niet voor terugdeinzen. Ik ga er voor de volle 100% voor.”
