Ruim een jaar geleden tekende Daley Sinkgraven een vijfjarig contract bij Ajax. Over de transfer van de 20-jarige middenvelder waren de meningen verdeeld. Blessures van Davy Klaassen en Thulani Serero brachten destijds de transfer van Sinkgraven in een stroomversnelling. “Sommige mensen adviseerden me nog een tijdje bij Heerenveen te blijven. Ik snapte hun achterliggende gedachte wel, maar ik vond het een te mooie kans om te laten lopen. Ajax is een club waar je ook veel leert als je geen basisplaats hebt. Het hoge trainingsniveau, de organisatie rond het elftal, de mensen met wie je werkt en praat; dat zijn allemaal dingen waardoor je jezelf ontwikkelt. Ik wist dat ik geduld moest opbrengen. Eerst om aan alles te wennen bij Ajax, daarna aan de bak in een stevige concurrentiestrijd. Precies zoals het me door de trainer en Overmars is voorgespiegeld toen ik hierheen kwam”, vertelt Sinkgraven aan Voetbal International.

Een basisplaats heeft hij tot nu toe nog niet weten te veroveren. “De middenvelders die er nu in staan, doen het gewoon goed. Zo eerlijk moet je zijn. Natuurlijk wil ik zoveel mogelijk spelen, maar het zou vreemd zijn als ik nu met mijn vuist op tafel zou gaan slaan. Ik blijf in mezelf investeren en dan gaan mijn kansen vanzelf weer komen. De kansen die ik heb gehad, heb ik niet aangegrepen. Niet goed genoeg althans om een vaste basisplaats af te dwingen. Dan is het logisch dat anderen de kans krijgen. Zeker als je naar het niveau van de kandidaten op ons middenveld kijkt.”




Sinkgraven kan in vergelijking met Bazoer, Klaassen en Gudelj makkelijk een tegenstander passeren. Door de hevige concurrentiestrijd werd Sinkgraven om die reden in het begin van het seizoen wel eens gepositioneerd als vleugelaanvaller. Naar eigen zeggen was dat geen succes. “Ik zal overal spelen waar de trainer me nodig heeft, maar het lijkt me duidelijk dat ik op de vleugels minder tot mijn recht kom dan op het middenveld. Ik rendeer het best als ik het spel vóór me heb. Bij Heerenveen zakte ik soms terug naar de controlerende positie om vanaf daar de opbouw te verzorgen”

Hij is naar eigen zeggen op zijn best als hij mensen om zich heen heeft die diepte voor hem maken. “Dan kan ik mijn steekpass kwijt. Bij Ajax hebben we voorin veel spelers die naar de bal toekomen. We werken eraan om die onderlinge afstemming beter te krijgen. Soms is het goed om bijvoorbeeld een buitenspeler in de diepte te lanceren in plaats van in de voeten aan te spelen. Het is aan mij de positie af te dwingen waar ik de beste bijdrage aan het spel van Ajax kan leveren.”