Als gediplomeerd voetbalromanticus mag ik graag wegmijmeren naar tijden van weleer. Bewegende beelden van Ajax-successen kunnen we natuurlijk allemaal dromen. Wie kent de voorzet van Piet Keizer op Wembley niet? Of het puntertje van Kluivert, in Wenen? Tijden dat we als vanzelfsprekend in Den Haag wonnen. Ooit waren het doelsaldo-klusjes, echt waar. Moesten we meewarig glimlachen, om te lang gras.

Hoe verder terug in de tijd, hoe mooier ik het vind. Een filmpje van het Barcelona van 1908, gedraaid vanuit een rijdende tram, blijft me fascineren en maakt me melancholisch. Door het prachtige begeleidende pianospel, maar vooral ook vanwege het gegeven dat alle mensen in de film, sommige uitbundig voor de tram uit fietsend, inmiddels overleden zullen zijn. Ik vraag me dan af wie van hen toen het geluk had, om vele jaren later Johan Cruijff nog in hun stadion te zien voetballen. Een Amsterdammer die hen in de zeventiger jaren trotse Catalanen maakte.

Maar als bewegende beelden niet mogelijk zijn, is een boek met foto’s en historisch uiterst precies geschreven woord ook meer dan genoeg om op regenachtige septemberavonden heerlijk de historie in te duiken. ‘Sporen van Ajax’ is zo’n boek. Menno Pot ging voor Ajax Life langs plekken in Amsterdam, die allen zicht- en onzichtbare Ajax-historie in zich hebben. Het boek leert dat Ajax eigenlijk twee keer werd opgericht. De eerste keer in 1894. Wist ik niet. Van de allereerste Ajacieden was alleen mede-oprichter Han Dade in het bezit van een bal. Stel je voor. Was Han ziek, dan geen wedstrijd. Niet eens een training. Na twee jaar bloedde het eerste Ajax dood. Op 18 maart 1900 lukt een tweede poging veel beter, zoals we al een dikke eeuw weten.

Opvallend is het om te lezen…

Lees verder op: ronschiltmans.nl