Morgen is het precies 20 jaar geleden dat Ajax stadion De Meer inruilde voor de Amsterdam ArenA. Ondanks dat het stadion er inmiddels niet meer is, blijft het voor veel mensen een bijzondere plek en herinnering. In de periode dat Ajax stadion De Meer als thuishaven had werden er vele successen geboekt waar de komende dagen op teruggeblikt zal worden. In het eerste artikel is teruggeblikt op de beginperiode in De Meer, in dit artikel wordt teruggeblikt op de periode voor en tijdens het gouden tijdperk.

Intrede betaald voetbal in Nederland

Vanaf het seizoen 1945/1946 was regio Zuid opgesplitst in Zuid I en Zuid II, vanaf het seizoen 1950/1951 werd dit weer teruggedraaid naar een regio Zuid. Het voetbal werd globaal verdeeld over de vijf regio’s; Noord, Oost, Zuid, West I en West II, maar de benaming werd anders. In plaats van de Eerste klasse met het district te koppelen werden er nu letters gekoppeld aan de competities en werden de Eerste Klasse A t/m E geboren.

Succes voor Ajax bleef uit in de vier seizoenen die in deze vorm van het landskampioenschap werd gehouden. Eenmalig wist Ajax de Eerste Klasse B te winnen, maar landstitels leverde deze periode niet op.

Het seizoen 1954/1955 was het seizoen waarin het betaalde voetbal zijn intreden deed in Nederland. Dat ging niet zonder slag of stoot, dit omdat naast de KNVB een tweede sportbond werd opgericht, de NBVB (Nederlandse Beroeps voetbalbond), die het betaalde voetbal introduceerde in Nederland. Doordat de KNVB deze bond, en de clubs die er aan deelnamen, boycotte ontstond er in dat seizoen een vreemde situatie. In november 1954 kwamen beide bonden tot een overeenkomst, waarna de lopende competities werden geannuleerd en een nieuwe competitie werd gestart. Ajax werd derde in de nieuwe Eerste klasse D en wist daardoor te ‘promoveren’ naar de Hoofdklasse die een seizoen later werd opgericht.

Het overgangsjaar 1955/1956 richting de Eredivisie leverde Ajax en De Meer wederom geen landstitel op. Ajax werd vierde in de hoofdklasse A. Hiermee verzekerde Ajax zich wel van een startbewijs voor de hoogste Nederlandse afdeling betaald voetbal voor het seizoen erop: De Eredivisie.

Eredivisie en Europees voetbal

Het seizoen 1956/1957, het eerste seizoen Eredivisie in Nederland, was direct raak voor Ajax. In een competitie waarin een overwinning nog slechts twee punten opleverde en een gelijkspel een pakte Ajax met 49 punten na 34 wedstrijden de landstitel. Dit kampioenschap zorgde ervoor dat Ajax voor het eerst in de historie van de club wedstrijden mocht spelen in een Europees clubtoernooi. De Europacup I. Lang niet alle Europese thuiswedstrijden zouden in stadion De Meer worden afgewerkt, het Olympisch stadion bood ruimte aan veel meer toeschouwers, daardoor werd een deel van de wedstrijden in dat stadion afgewerkt. In het eerste Europese avontuur voor Ajax reikte de club tot de kwartfinales.

Twee Eredivisie seizoenen duurde het voor Ajax weer met de schaal in handen kwam te staan. Een derde en zesde plaats rijker was seizoen 1959/1960 het seizoen waarin opnieuw de landstitel werd veroverd. Niet stadion De Meer maar het Olympisch stadion was decor voor de beslissingswedstrijd tussen Ajax en Feijenoord. Door de ruime 5-1 zege van Ajax kroonde de club zich daarmee voor de tweede maal in de Eredivisie historie tot landskampioen en werd er opnieuw een ticket voor de Europa Cup I veilig gesteld.

Het seizoen 1960/1961 streed Ajax mee op drie fronten. In de Eredivisie moest de landstitel uiteindelijk nipt aan Feijenoord gelaten worden en in Europa was het ook snel gebeurd. In de eerste ronde was het Noorse Fredrikstad  over twee wedstrijden met 4-3 te sterk. De thuiswedstrijd werd wederom niet in stadion De Meer afgewerkt maar in het Olympisch stadion, waar de stand bleef zoals het begon (0-0) waarna een 4-3 nederlaag in Noorwegen uitschakeling betekende. Het derde toernooi waar Ajax aan meedeed leverde wel een prijs op. De KNVB beker werd door een hattrick in het laatste kwartier van Henk Groot met 3-0 gewonnen van NAC. Door de winst in het bekertoernooi plaatste Ajax zich alsnog voor Europees voetbal, want voor het eerst in de historie van het bekertoernooi leverde dat een Europees startbewijs op, voor de Europa Cup II.

Met een vierde plaats (1961/1962), tweede plaats (1962/1963), vijfde plaats (1963/1964) en een dertiende plaats (1964/1965) volgden er seizoenen om snel te vergeten. De periode die volgde werd een periode om nooit te vergeten.

De Gouden Tijd

Het seizoen 1965/1966 was Ajax in de Eredivisie ongenaakbaar. De ploeg won 24 van de 30 wedstrijden en had aan het einde van de rit zeven punten meer dan nummer twee Feijenoord. Het doelsaldo was al net zo indrukwekkend, 79 doelpunten voor en slechts 25 tegen. Een voorbode wat zou komen, stadion De Meer was thuishaven voor een indrukwekkende succesreeks in de jaren na dit seizoen.

Het seizoen 1966/1967 leverde Ajax een nieuw kampioenschap en een nieuwe bekerwinst op. Liefst 122 doelpunten wisten de Amsterdammers te produceren in de Eredivisie. De bekerfinale was een bijzondere finale, want die mocht worden afgewerkt in stadion De Meer. Ondanks een moeizame overwinning faalde de Amsterdammers in het eigen stadion niet en werd NAC na verlenging met 2-1 verslagen. Europees reikte Ajax tot de kwartfinale van de Europa Cup I, alle thuiswedstrijden werden gespeeld in het Olympisch stadion, waar het door Dukla Prague werd uitgeschakeld.

Het seizoen erop leverde Ajax een eervolle vermelding op. Voor het eerst in het bestaan van de Eredivisie wist een club de competitie driemaal achter elkaar te winnen. De Europa Cup I en het bekertoernooi waren minder succesvol. In Europa werd Ajax al in de eerste ronde uitgeschakeld door Real Madrid en de beker moest in de finale na een 2-1 nederlaag aan ADO gelaten worden.

Op nationaal niveau werd het seizoen 1968/1969 een mindere tijdens de gouden periode. Ajax werd tweede in de Eredivisie en werd in de beker al in de derde ronde uitgeschakeld. Europees was er wel succes, voor het eerst in de geschiedenis wist Ajax zich te plaatsen voor een Europese finale, daarin was Milan een maatje te groot (4-1).

Het mindere seizoen werd weggepoetst met een seizoen waarin beide nationale prijzen weer werden gepakt. Ajax pakte de landstitel en was in de finale van de beker met 2-0 te sterk voor PSV. In de Europese jaarbeursstedenbeker werd Ajax in de halve finale uitgeschakeld door Arsenal FC.

De landstitel in het seizoen 1970/1971 moest aan Feijenoord gelaten worden, maar op nationaal niveau werd de beker wel gewonnen voor de zesde keer in de historie. Het grote succes vond echter plaats op internationaal niveau. Op 2 juni 1971 werd in Londen, op het gras van het Wembley Stadium voor het eerst in de historie de Europa Cup I gewonnen. Door doelpunten van Dick van Dijk en Arie Haan versloeg Ajax het Griekse Panathinaikos met 2-0.

De twee seizoenen die volgden werden seizoenen om nooit meer te vergeten. In 1971/1972 pakte Ajax wederom de titel in de Eredivisie, was het in de bekerfinale met 3-2 te sterk voor FC Den Haag en werd de grootste zege ooit geboekt. Tot op de dag van vandaag is de 12-1 zege die Ajax op 19 mei 1972 in stadion De Meer boekte op Vitesse de grootste ooit in het Nederlands betaald voetbal. Door twee doelpunten van Johan Cruijff werd als bekroning op een fantastisch seizoen ook nog de Europa Cup I, voor de tweede maal op rij, gewonnen. Ditmaal was Internazionale het slachtoffer in de finale. Ajax won als extraatje dit seizoen ook nog eens de Europese Supercup en de Wereldbeker voor clubteams.

Een seizoen later mocht Ajax wederom drie prijzen bijzetten in de prijzenkast. Wederom werd de landstitel gewonnen, terwijl er juist in de beker een vroegtijdig einde kwam aan de ambitie om het voorgaande seizoen nogmaals te herhalen. In de Europa Cup I was het wel opnieuw raak, voor de derde keer op rij wist Ajax de cup met de grote oren binnen te slepen. Ditmaal was Johnny Rep de gevierde man in de finale door de enige treffer te maken tegen Juventus. In het begin van het seizoen was de Europese supercup ook al in handen van Ajax gevallen. Na een 1-0 nederlaag bij Milan werd in de thuiswedstrijd, wederom in het Olympisch  stadion in plaats van stadion De Meer, dat resultaat weggepoetst: 6-0.

In de jaren na de gouden periode had Ajax op internationaal niveau minder succes, op nationaal niveau had het wisselend succes. In een volgend artikel zal op de laatste periode voor de verhuizing uit De Meer worden teruggeblikt.