Voor veel Ajacieden is het zondag de eerste keer dat zij strijden om een landstitel. Sjaak Swart maakte het vaker meer, hij won er zelfs acht met de Amsterdammmers. Volgens de Mister Ajax moeten vooral de vrijgezelle spelers weten waar het om gaat. ‘Voor je het weet, kom je tijdens het kampioensfeest je aanstaande vrouw tegen.’

Op 26 mei 1960 – de enige andere keer dat Ajax in een rechtsstreeks duel om de landstitel vocht – sloeg Swart twee vliegen in één klap. ‘Ik verliet het Olympisch Stadion met de kampioensschaal en Andrea’, zegt Swart in De Telegraaf.

Vrijgezel
Swart (73) is voormalig ploeggenoot Co Prins nog altijd dankbaar. ‘Co had een beetje verkering met Ans en vroeg ook aan haar vriendin Andrea of ze zin had om mee te gaan naar de beslissingswedstrijd tegen Feyenoord. Dan kon hij haar na afloop voorstellen aan de enige vrijgezel in de selectie. Ik, zei de gek. Maar Andrea hield niet van voetbal en vertelde haar vader dat ze lekker thuisbleef.’

‘Maar die legde uit dat het Olympisch Stadion met 60.000 man stijf was uitverkocht, heel Nederland om kaartjes vocht en ze wel moest gaan.’ En dat kwam Swart niet slecht uit. ‘Na de wedstrijd wilde Andrea naar huis gaan, omdat het ons kampioensfeestje was. Ik heb haar gevraagd te blijven en ze is nooit meer weggegaan.’

Onvergetelijk
Met de 5-1 zege werd de nederlaag in Rotterdam weggepoetst. ‘Op 22 mei hadden we in De Kuip met 3-0 van Feyenoord verloren, waardoor er een beslissingsduel op neutraal terrein noodzakelijk was. Kennelijk was het Olympisch Stadion neutraal genoeg. Dat kon in die tijd.’

Swart zal twee momenten in die wedstrijd nooit vergeten. ‘Bennie Muller maakte hands en veroorzaakte een strafschop, waardoor we met 0-1 gingen rusten. Hij zat in zak en as, maar ik zei dat hij zich geen zorgen hoefde te maken. Ik zou er wel eentje scoren en maakte na een solo de beslissende 3-1. Wat ik ook nooit zal vergeten, is dat na elk doelpunt het veld volstroomde met publiek. Maar als scheidsrechter Beltman met zijn hand het gebaar ‘wegwezen’ maakte, zat iedereen binnen de kortste keren weer op de tribune.’ 

Meedogenloosheid
Swart verwacht zondag in ieder geval dat iedereen even scherp is als toen. ‘Af en toe mis ik die meedogenloosheid. Jongens, met 50.000 mensen achter je: geef álles wat je in je hebt. Een kampioenschap is iets onbeschrijflijks. En met acht stuks op zak kan ik het weten.’

Tekst: AD