Ajax O19 heeft dinsdag op Sportpark de Toekomst met 0-2 verloren van Legia Warschau O19. Ondanks de nederlaag gaan de Amsterdamse talenten wel naar de volgende ronde van de UEFA Youth League.

De Amsterdammers begonnen met een aantal wijzigingen in de basisopstelling, vooral achterin. Zo begonnen Nick Plomper, Sven Botman en de debuterende Quinten Maduro in de basis. Ajax was ongelofelijk slordig in balbezit. Dit resulteerde in kleine mogelijkheden voor Legia. Uit een vrije trap werd het al vroeg in de wedstrijd 0-1. De rest van de eerste helft werd het spelbeeld niet echt beter. Vlak voor rust kreeg de ploeg van John Heitinga nog wel wat kansjes, maar echt goede mogelijkheden werden er niet gecreëerd.

In de tweede helft ging Ajax ‘vrolijk’ verder met het balverlies lijden. Binnen drie minuten kwam Legia op een 0-2 voorsprong. Door eigen slordigheden en foute passes kwamen de bezoekers er een paar keer levensgevaarlijk uit. Wonderlijk genoeg bleef Ajax overeind. Zelfs toen Plomper uitkwam, de bal totaal verkeerd inschatte en de Legia-spits langs hem zag gaan. Sven Botman wist ternauwernood de bal te veroveren. Ajax bleef slordig en kreeg uit een hoekschop een grote kans op de aansluitingstreffer. Jurgen Ekkelenkamp tikte de bal van dichtbij op de lat. In de slotfase van de wedstrijd kreeg ook Ajax nog een aantal hele grote kansen. Maar Botman (redding keeper), Jensen (bal van de lijn gehaald) en Gravenberch (één-op-één) wisten niet te scoren. In de blessuretijd gaf Bakker nog een goede voorzet op Jensen, maar hij zag zijn knappe kopbal gekeerd worden.

Ondanks de 0-2 nederlaag plaatst Ajax O19 zich wel voor de knock-outronde van de UEFA Youth League, die zal worden gespeeld na de winterstop.

Wedstrijdverloop Ajax O19 – Legia Warschau O19 (0-2):
’14. 0-1 Zyro
’47. 0-2 Praszelik

Opstelling Ajax O19:
Plomper; Dest, Q. Maduro (’56. Bakboord), Botman, Bakker; Ekkelenkamp, Ter Heide, Pasquali (’74. Gravenberch); Schön, Sierhuis, Ylätupa (’35. Jensen).
Wissels: El Maach, Bakboord, Kemper, Gravenberch, Jensen, Kaars, J. Maduro.