‘We zijn benieuwd naar je column deze week hoor!’ klonk het maandag uiterst grappig vanuit een groepje PSV-ers. Hoongelach van Eindhovenaren, in hun natuurlijke habitat. Opgeluchte Lampjes, waar ik ze de afgelopen weken toch vooral hoofdschuddend om hun eigen clubje had gezien. De vriendelijke heren vonden het nodig om ondergetekende, Ajacied in hart en vaak ook nieren, het zwaarbevochten gelijkspel in Venlo onder de licht ontstoken neus te wrijven. Andersom mag ik ze ook graag regelmatig kietelen, dus waarom niet? En wat hádden ze gelijk.

Wat het weekend van een eenzame koppositie voor Ajax, en misschien wel een trainersvacature in Eindhoven had moeten en kunnen worden, werd een heel andere. Onlangs had Ajax-coach Frank de Boer het nog uitgebreid gehad over de manier van spelen. Dat verdedigen begint bij de aanvallers. Vastzetten op eigen helft, afjagen, overrompelen, heersen. Kortom: totale dominantie, dát was het prachtige streven. Zondag zouden we vast al zien wat dat nou precies allemaal inhoudt. Wisten wij veel dat ze VVV hierover van tevoren niet hadden ingelicht. Die gingen ineens zomaar áánvallen, de gekkies.

Als een speler of trainer vóór of na een wedstrijd roept de tegenstander niet te onderschatten, dan is dat precies wat hij op dat moment doet of heeft gedaan. Anders begin je er niet over. Zoiets roep je niet, voorafgaand aan Real Madrid – Ajax. Oké, in ’95-’96 misschien wel, maar daarna nooit meer. We hebben ons er wellicht allemaal wel een beetje schuldig aan gemaakt, voorafgaand aan ‘VVV-uit’. Ik ook. Ik heb het hier vorige week iets te poëtisch uit de doeken gedaan. Hoe Ajax zogenaamd ontspannen in het gras lag en genoot van een bijna wolkenloze hemel. Dat een 1-6 in Venlo niet uitgesloten mocht worden en hoe we de wind mee hadden.

Ik vrees…

Lees verder op: ronschiltmans.nl