Afgelopen zaterdag speelde Donny van de Beek voor het eerst in de Amsterdam ArenA. In de met 5-2 gewonnen wedstrijd tegen sc Heerenveen was de 18-jarige middenvelder betrokken bij twee Amsterdamse doelpunten. De jongeling wist twee keer goed het overzicht te behouden en de bal naar voren te passen. Dat laatste is iets wat in Van de Beek zijn spel zit, zo laat hij zelf aan Ajax Life weten. “Ik ben van mezelf al niet iemand die graag een bal terug naar de verdedigers speelt. Liever speel ik de bal vooruit zodat we direct gevaarlijk zijn. Dat is ook een beetje mijn spel. Er gaan in het eerste meer balletjes breed dan bij het jeugdvoetbal, maar onze aanvallers hebben genoeg kwaliteit dus we kunnen ze gewoon aanspelen. Het zit ook in mijn spel, ik denk er verder niet over na. Die durf is er ingestampt tijdens het doorlopen van de opleiding, maar ballen vooruit spelen is voor mij nooit een verbeterpunt geweest. Dit heeft altijd in me gezeten. Wel is me in de opleiding geleerd om de juiste momenten te herkennen, zodat de ballen vooruit nog gevaarlijker worden”, vertelt Van de Beek aan Ajax Life.

De middenvelder lijkt, mede door een aantal blessures, zijn doorbraak in het eerste elftal te hebben beleeft. Dat het talent zich zo makkelijk inpast, ligt ook aan het feit dat Ajax goed draait in de competitie. “Ik had in september echt geen ‘nee’ gezegd als ik had mogen debuteren. Sowieso niet. Maar het maakt wel een verschil. In een lekker draaiend team is het fijner voetballen dan als een ploeg zoekende is. De ploeg heeft veel vastigheden en ik word erin meegetrokken. Ik kan me op die manier gemakkelijk aanpassen.”

Spelers uit de jeugdopleiding worden in Amsterdam op handen gedragen. Van de Beek heeft dat inmiddels ook ondervonden. Zijn naam werd de afgelopen wedstrijden meerdere keren gescandeerd. “Het doet natuurlijk wel wat met me als de supporters steeds mijn naam zingen. Natuurlijk hoor ik dat! Vlak nadat ik was gewisseld en na afloop nog een keer. Het is heel mooi als dat gebeurt en ik geniet er heel erg van. Op de tribune weten ze ook dat ik als kleine jongen al voor Ajax was. Ik wil gewoon altijd dat het goed gaat met Ajax. Dat wilde ik al toen ik nog televisie zat te kijken. Ik baalde ervan als de jongens op achterstand kwamen. Ik was niet overdreven fanatiek, maar volgde de club wel een beetje als een supporter. Dat neem ik ook mee het veld op. Ik geef altijd alles als ik op het veld sta en denk ook dat dit me sterk maakt”, aldus Van de Beek.