Voor eventjes leek het erop dat Van der Wiel zijn Ajax-avontuur kon afsluiten. Hij moest de jeugdopleiding van Ajax al op veertienjarige leeftijd verlaten. Edmond Claus, momenteel coach van de B2 en assistent-hoofd opleiding bij Ajax, maakte mee hoe Van der Wiel zich terugvocht richting de top.

“Het kan snel gaan”, zegt Claus tegen Goal.com. “In het seizoen 2003/2004 was ik coach van de B2 van Ajax en we gingen aan het einde van die jaargang naar een toernooi in Italië. We hadden een goede lichting met jongens als Sarpong en Anita, met wie hij in het verleden had gespeeld. Het was toen eindexamentijd en dus konden niet alle spelers van Ajax mee. We hebben er toen een aantal van Haarlem genomen, onder wie Gregory. Hij speelde toen zo goed dat hij zelfs boven de rest uitstak. Hij kon zo goed voetballen. Daarna ging hij weer een beetje meetrainen bij Ajax.”

Claus werd vanaf 2004 hoofd opleiding bij Haarlem en ook trainer van de B1. “Hij heeft nog een jaar bij Haarlem gespeeld. Voor Haarlem-begrippen hadden we een aardig team. Hij was de meest bepalende speler, een inschuivende verdediger op vier. Op snelheid kwam hij vaak op en op snelheid kon hij ook verdedigen. Maar hij viel liever aan. Dat deed hij altijd, zeker als we aanvallend iets nodig hadden. Hij had een goed schot, was een mooie speler met technisch en spelinzicht. Hij was verder een heel rustige jongen, introvert bijna. Een heel slimme jongen ook. Hij wist dondersgoed waar hij mee bezig was. Hij wilde een topvoetballer worden en terugkeren naar Ajax.”

“Op de training liet hij ook zien hoe goed hij was”, vervolgt Claus. “Aan het einde van het seizoen 2004/2005 konden we met de B van Haarlem kampioen worden en dat zou uniek zijn, Hij was goed genoeg om met de A te spelen, maar ik wilde hem met nog twee wedstrijden te gaan graag bij de B houden. Bovendien was die B1 echt vrij goed. Hij liet toen op trainingen zien hoe goed hij was. In het partijspel liep hij iedereen voorbij. Steeds weer. Hij maakte duidelijk dat hij het niveau was ontgroeid. Hij liet zijn voeten spreken. Heel mooi.”

“Na dat jaar kon hij naar Feyenoord en PSV, maar gelukkig koos hij voor een terugkeer naar Ajax”, aldus Claus. “Hij zegt altijd dat de periode bij Haarlem hem heeft gevormd. Hier bij Ajax hebben we natuurlijk een goede opleiding. Daar was het anders. Slecht veld, mindere kleedkamer, alles minder goed geregeld. Bij Haarlem moest hij net een stapje meer doen. Maar Gregory heeft een vechtersmentaliteit en daarom heeft hij het gered. Hij was natuurlijk niet voor niets weggestuurd bij Ajax, want hij was geen gemakkelijke jongen, heb ik begrepen. Dat zat hem denk ik vooral in het feit dat hij niet alles klakkeloos aannam. Hij wist erg goed wat hij wilde en dat is nog steeds zo. Hij was ook een gigantische liefhebber. Nu nog steeds trouwens.”

Nog geen twee jaar na zijn terugkeer bij Ajax maakte Van der Wiel op 11 maart 2007 uit tegen FC Twente (1-4 winst) zijn debuut in de Amsterdamse hoofdmacht. Twee jaar later, om het sprookje af te maken, maakte Van der Wiel zijn debuut in Oranje. “Dat hij international zou worden, had ik zoveel jaar geleden niet kunnen bevroeden. Dat hij een bijzondere speler was, kon je zien, maar verder is dat moeilijk te voorspellen. Ik heb zelf nog met Arthur Numan bij Haarlem gespeeld en daar kon je ook niet direct van zeggen dat het een international zou worden. Ik vond het al geweldig dat Greg een paar jaar na Haarlem het eerste van Ajax haalde.”

Foto: afdb ~ Oscar