De vergeten voetballer is een speler, die in dienst van Ajax is geweest en die op ons als supporters een onuitwisbare indruk heeft gemaakt. Of een Ajax-voetballer waar wij goede en warme herinneringen aan hebben beleefd, een voetballer die bekend is geworden door een incident of gewoon om zijn verdiensten voor onze mooie club. In deel 9 van deze rubriek richten wij onze aandacht op de eerste betaalde Amerikaanse voetballer in de historie van Ajax: John O’Brien. Leuke bijkomstigheid is daarbij dat Ajax volgende week zijn trainingskamp opslaat in Amerika.

Amerika en Ajax kennen geen grote historie met elkaar. Wanneer we Eddy Hamel (die in de tweede Wereldoorlog om het leven kwam in het beruchte concentratiekamp Auschwitz) niet meerekenen hebben wij in onze rijke historie van het eerste elftal maar één Amerikaanse voetballer in ons midden gehad: John O’Brien. Pas dit seizoen hebben wij opnieuw een nieuwe Amerikaanse speler in de selectie: Sergino Dest.

Het begin

John Patrick O’Brien werd geboren in de metropool Los Angeles (California, VS). Hij speelde daar in de jeugd voor de clubs: Manhattan Beach Hurricanes, California Fliers en Pasadena Exile. Dat waren nog niet de clubs die kleine John in gedachten had. Talent had de kleine John echter wel. En zeker voor een Amerikaanse jongen. In die tijd (eind jaren 90) lag het niveau in de VS lang niet zo hoog, als dat nu is. Al zijn de meningen zeer verdeeld over het feit dat of het hedendaagse niveau in de Amerikaanse competitie wel zo hoog is.

Een Amerikaan in de Eredivisie

Echter in 1994 werd John O’Brien opgemerkt door de scouts van Ajax Amsterdam. De ouders van O’Brien hadden wel hun bedenkingen, want wat moest hun zoon in een land waar ze het bestaan niet eens van kende. Het was aan Co Adriaanse (toenmalig hoofd opleidingen) te danken dat O’Brien als amateur bij Ajax kwam spelen. O’Brien speelde zijn eerste seizoenen in de jeugd van Ajax. In 1997 werd hij (na Ernest Stewart en Greg Berhalter) de derde Amerikaanse betaalde voetballer in de Eredivisie. O’Brien werd (na te zijn opgevallen in de wedstrijden van Ajax 2 in de beker) dat jaar opgepikt door FC Utrecht, dat de Amerikaanse tiener maar wat graag wilde huren.

In het seizoen 1997-1998 was O’Brien te bewonderen in het Utrecht-shirt. Hij speelde voor de Domstedelingen 19 wedstrijden en was daar twee keer trefzeker. Aan het begin van het seizoen 1998-1999 had Ajax genoeg gezien en gunde O’Brien een kans bij de Amsterdamse trots.

Debuut bij Ajax

Op 17 oktober 1999 was het eindelijk zover. Na het tussenjaar bij Utrecht en de jaren ervoor bij Ajax 2 zette O’Brien voetballend Amerika op de kaart. De eerste wedstrijd van het seizoen was de wedstrijd tegen NEC. Zoals het een goede Ajax-debutant betaamt, wist ook John O’Brien gelijk het net te vinden.

Verdere successen waren dat seizoen heel ver te zoeken. Eigenlijk was het gewoon een van de slechtste en memorabele seizoenen ooit. Het seizoen begon met 10 (!!) aankopen, waarbij de ene speler nog beter was dan de ander. Richard Witschge, Aron Winter, Frank Verlaat, Nikos Machlas, Christian Chivu en Brian Laudrup waren de absolute kleppers van deze ploeg. Het werd echter nooit een team. Jan Wouters was de trainer van dienst, maar succesvol werd het seizoen nooit. De supporters floten hun tanden stuk op het verschrikkelijke spel van de ploeg. Nooit was er een reeks van grote successen. De supporters verlangden naar 5 jaar geleden, maar die successen zouden nooit behaald worden. Halverwege het seizoen was daar de 100e verjaardag met een wedstrijd tegen FC Twente. Toen ook deze wedstrijd verloren werd, was daar het ontslag van Wouters. Westerhof nam het over en die haalde op de laatste speeldag nog Europees voetbal. John O’Brien speelde dat seizoen 15 wedstrijden in een dolende ploeg. Ook de Amerikaan kon nooit zijn stempel drukken. Zijn goal in de eerste wedstrijd kreeg ook geen vervolg meer.

De overige seizoenen bij Ajax

De seizoenen erna had de Amerikaan het moeilijk. Co Adriaanse werd de trainer in 2000 en die stond er om bekend om jonge spelers juist de kans te geven. Van der Meijde, Van der Vaart, Ikedia, van der Gun en vele anderen mochten hun debuut maken. O’Brien was dat seizoen vooral geblesseerd. Uiteindelijk kwam hij maar tot 4 wedstrijden. En langzaam werd duidelijk dat de Amerikaan meer een nuttige wisselspeler was dan echt een basisspeler. Het Amerikaanse koppie ging hangen en zijn trotse karakter zou nooit meer fier overeind staan in de Amsterdam Arena. Het seizoen erop 2001/2002 zou het beste jaar van O’Brien blijken. Twee doelpunten waren zijn bijdrage in een totaal van 27 wedstrijden. Het leek er dan echt op, dat O’Brien zijn kwaliteiten over een langere periode zou laten zien. Met de nadruk op leek, want het seizoen erop was zijn aandeel wederom marginaal. O’Brien kwam als invaller tot 13 wedstrijden. Opvallend is wel dat hij van die 13 wedstrijden 5 wedstrijden Europees had gespeeld. Ajax had de hoop vanaf dat moment opgegeven. O’Brien zou niet de speler worden, die zich een vaste plek in het elftal zou bemachtigen. Ondanks zijn verlengde contract in 2004 ten spijt, speelde O’Brien daarna nog twee seizoenen bij Ajax. Zijn laatste twee seizoenen (2003/2004 en 2004/2005) speelde hij nog maar respectievelijk vier en twee wedstrijden. Veel te weinig voor een speler van een dergelijk kaliber.

Een carrière na Ajax

Het seizoen 2005/2006 koos de Amerikaan voor de uitdaging bij ADO Den Haag. Echter ook daar werd O’Brien nooit meer een vaste kracht. Zelfs bij ADO Den Haag geraakte O’Brien niet verder dan 4 wedstrijden. Hij speelde vaker niet dan wel en begin 2006 besloot hij in goed overleg zijn contract te verbreken. O’Brien wilde naar huis. En uiteindelijk was zijn laatste bestemming, Chivas USA in zijn geboorteplaats Los Angeles. Als triest dieptepunt speelde O’Brien maar één wedstrijd voor Chivas USA. Wel werd hij verkozen voor het Amerikaanse team dat het WK 2006 in Duitsland speelde. O’Brien viel in de openingswedstrijd van Amerika in tegen Tsjechië. Maar ook daar werd hij geveld door een blessure die hem de rest van het toernooi kostte. Zijn carrière was daarmee voorbij. Het pezige Amerikaanse lijf was gesloopt.

O’Brien zal herinnert worden aan zijn rozige haar, zijn loopvermogen en zijn doorzettingsvermogen. En helaas ook aan het feit dat hij een van de vele namen binnen de historie van de club is geworden, die nooit echt zijn stempel heeft weten te drukken.