Ricardo van Rhijn heeft de afgelopen wedstrijden laten zien over een goede vrije trap te beschikken. Vanwege de afwezigheid van Lasse Schöne nam de rechtsback de vrije trappen. En met succes. ‘Het is de bedoeling dat het mijn specialiteit wordt. Doordat ik merk dat het vooruit gaat wordt het ook leuker. En dat met als eerste resultaat die goal in De Kuip,’ aldus de verdediger tegen NUsport.
Ondanks zijn goede vrije trappen blijft hij nummer twee in de pikorde. ‘Ja, Lasse is nummer één en hij blijft nummer één. Maar als hij zich niet goed voelt of hij speelt niet, dan twijfel ik er niet over om achter de bal te gaan staan. De andere jongens zien ook dat ik er druk mee bezig ben.’
Tegenwoordig blijft Van Rhijn vaak alleen achter op het veld en oefent hij op zijn trap. ‘Twee, drie keer per week doe ik dat. 100 procent van de vrije trappen moet op doel, dat is nu het streven.’
Omdat er ook anderen in de selectie waren die een goede trap hadden, kon hij het niet eerder laten zien. ‘Ik wist vanuit de jeugd dat ik een behoorlijke trap heb, maar de afgelopen jaren waren er al aardig wat specialisten. Toen ik bij de selectie kwam was dat Jan Vertonghen. En ook Christian Eriksen en Toby Alderweireld stonden hoog in de pikorde. Vorig jaar en dit seizoen is het Schöne. Maar ik denk dat het goed is om meerdere opties te hebben bij een vrije trap. Vandaar dat ik me daar nu in probeer te ontwikkelen,’ besluit Van Rhijn. Ajax nieuws Ajax1.nl