Het Zweedse voetbalelftal is al geruime tijd nauw verbonden met het Nederlandse voetbal. In Nederland heerst klaarblijkelijk een voetbalklimaat waar de Scandinaviërs goed in gedijen, met name in het noorden van Nederland. In het Zweedse nationale team hebben dan ook spelers gevoetbald die uitstekend presteerden in Nederland, maar die hun belofte nooit hebben kunnen waarmaken buiten de Nederlandse grenzen (Stefan Pettersson, Marcus Allbäck, Marcus Berg). Ook zijn er Zweden die zowel in Nederland als het buitenland niet bepaald floreerden (Alexander Östlund, Tobias Sana, Kennedy Bakırcıoğlu) en spelers die daar ergens tussenin hangen (Johan Elmander).

In de selectie die actief is op het EK zit geen enkele speler die in de Eredivisie actief is. Wel zien we enkele oude bekenden. Andreas Isaksson, Andreas Granqvist, Pontus Wernbloom, Oscar Hiljemark, Marcus Berg en John Guidetti hebben allen een Eredivisieverleden.

Maar de man om wie het allemaal draait is natuurlijk Zlatan Ibrahimovic. Het is typerend dat de oud-Eredivisiespitsen om en om naast hem in de spits mogen staan (eerst Berg, in de tweede wedstrijd Guidetti). Zlatan is onomstreden. Samen met Henrik Larsson is hij een van de weinigen (zo niet de enige) die ook in het buitenland potten wist te breken. Na zijn tijd bij Ajax groeide hij uit tot wereldster. De ex-Ajacied, die zijn naam dankt aan zijn Bosnische vader, is echter een veel grotere personality (een boek als ‘Ik, Henrik’ of een documentaire als ‘Becoming Henrik’ zou hier niet verkopen). Dit gegeven, gecombineerd met de talloze prijzen die Zlatan aaneenreeg bij een verscheidenheid aan topclubs, maken hem de grootste Zweedse voetballer aller tijden.

Alleen de prijzenkast met onderscheidingen van het Zweedse elftal blijft akelig leeg in huize Zlatan. Dit is volledig te wijten aan het gebrek aan talent bij zijn landgenoten. Ook op dit EK wordt pijnlijk duidelijk dat het Zweedse elftal bijzonder pover is. Er is op het EK momenteel geen land actief dat zo afhankelijk is van één speler als Zweden. Als deze speler niet thuis geeft, heeft het land een groot probleem. In zekere zin was dat zo in de eerste wedstrijd tegen Ierland. Zlatan was niet in zijn beste doen en het voetbal van Zweden was niet om aan te gluren. De geel-blauwen worstelden en kwamen slechts ten dele boven. Ierland kwam zelfs op voorsprong in de bijzonder matige wedstrijd. Een (in deze wedstrijd zeldzame) bevlieging van Zlatan forceerde nog een eigen doelpunt. Verder dan 1-1 kwamen de Zweden niet.

In de tweede wedstrijd tegen Italië wist Zweden het de Squadra Azzurra behoorlijk lastig te maken. Met name in de eerste helft was het bij vlagen de betere ploeg. De Italianen wisten geen kansen te creëren. In de tweede helft bleef dit ook lang zo, Zweden leek af te stevenen op een stunt. Zlatan miste nog een bijzonder grote kans op 0-1, maar deed dit in buitenspelpositie. Zoals het echte Italianen betaamd, gingen de Zuid- Europeanen er in extremis alsnog met de volle buit vandoor. Zweden kreeg eerder al een waarschuwing, toen de bal boven Andreas Isaksson op de lat belandde, één minuut voor tijd velde Éder het vonnis over de Scandinaviërs. Een pijnlijke nederlaag voor Zweden.

Deze wedstrijd brengt Zweden in een lastig parket. Zlatan en de zijnen zullen in ieder geval één punt moeten pakken tegen het vooraf hoog ingeschatte België. Waarschijnlijk is alleen een overwinning echter genoeg om de volgende ronde te bereiken. De laatste kans voor Zweden, maar vooral de laatste kans voor Ibrahimovic, die zo smacht naar succes met zijn land. Woensdag moet het allemaal gebeuren. Het is echter de vraag of Zweden met de huidige tactiek (werken, werken, werken en hopen dat Zlatan de bal krijgt) ver zal rijken.